Lifetime prevalence estimates are as follows: Anxiety disorders 28.8%; Mood disorders 20.8%; Impulse-control disorders 24.8%;

Transcription

1 Gastdocent: Drs. Fernando Cunha (Child Support Europe) Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist In dienst van kinderen, jongeren en hun ouders 1

2 2

3 Lifetime prevalence estimates are as follows: Anxiety disorders 28.8%; Mood disorders 20.8%; Impulse-control disorders 24.8%; Substance use disorders 14.6%; Any disorder 46.4%. Median age of onset is much earlier for anxiety (11 years) and impulse-control (11 years) disorders than for substance use (20 years) and mood (30 years) disorders. Source: Harvard Medical School, Boston, Mass, Dr Kessler 3

4 Twelve-month prevalence estimates were: Anxiety 18.1% Mood 9.5% Impulse control 8.9% Substance 3.8% Any disorder 26.2%. Of 12-month cases: 22.3% 37.3% 40.4% were classified as serious moderate mild Fifty-five percent carried only a single diagnosis; 22%, 2 diagnoses; and 23%, 3 or more diagnoses. Source: Harvard Medical School, Boston, Mass, Dr Kessler 4

5 (%) Anxiety Disorders 13.0 Mood Disorders 6.2 Disruptive Disorders 10.3 Substance Use Disorders 2.0 Any Disorder 20.9 * Disorders include diagnosis-specific impairment and Child Global Assessment Scale < 70 (mild global impairment) Source: Shaffer et al., 1996 Mental Health: A Repport of the Surgeon General 1999 USA 5

6 1990/ /2003 Any disorder 29,4% 30,5% Received treatment 20,3% 32,9% % of the population receive treatment for emotional disorders 12,2% 20,1% Source: Kessler, Harvard Medical School 6

7 7

8 8

9 Average age was in early adolescence. Among the children: - 8% were age 0 5 years - 32%t were age 6 11 years - 40% were age years - 22% were age 16 years and older (see Table ES-2). Source: Annual Report To Congress on the Evaluation of the Comprehensive Community Mental Health Services Program for Children and Their Families, Atlanta, GA: Macro International Inc. 9

10 I. In een studie van Doreleijers werd een inventarisatie gedaan onder jongeren in preventieve hechtenis (Doreleijers, 1995). Hieruit bleek dat 77% van de jeugdigen één of meer diagnoses had. Gedragsstoornis 67% Stemmingsstoornis 11% ADHD 14% Middelenmisbruik 16% 10

11 Geëxtrapoleerd naar de hele populatie in een jji betekent dit: Één of meer klinische relevante diagnoses Excl. gedragsstoornis 70% Gedragsstoornis 21% Met de antisociale gedragsstoornis meegerekend, komt dit tot op 91% Tot dezelfde conclusie komt Vreugdenhil, 2003 Bron: Trimbos-instituut instituut 11

12 Study Design The detection of ADHD among children of Different Ethnic Origins in the Netherlands -study (ADEON), took place in Amsterdam and Utrecht from November 2002 to July We sampled schools solely from low socio-economic status (SES) inner-city areas (Knol 1998) with a large immigrant population, to obtain a sample with all four ethnicities represented with similar SES. 12

13 Bron: Proefschrift door B. W. Cornelia Zwirs, Universiteit Utrecht 13

14 Veel Amsterdamse jeugd met psychosociale problemen. Psychosociale problemen komen veelvuldig voor onder de Amsterdamse jeugd. De problemen nemen bovendien toe met de leeftijd. Dat blijkt uit registraties van de jeugdgezondheidszorg. Volgens de jeugdgezondheidszorg komt (lichte) psychosociale problematiek in Amsterdam voor bij: 18 procent van de vijfjarigen: circa kinderen 30 procent van de tienjarigen: circa kinderen 40 procent van de leerlingen van de tweede klas van het voortgezet onderwijs: circa kinderen. 14

15 Naar schatting hebben jeugdigen in Amsterdam een lichte verstandelijke beperking (IQ tussen de 50 en 85). Het exacte aantal is niet bekend: de schatting is gebaseerd op landelijke schattingen. Er zijn evenmin cijfers beschikbaar over het voorkomen van verstandelijke beperkingen naar etniciteit. 15

16 Kennis Betrokkenheid Maatschappelijk verantwoord handelen Het gaat om het welzijn en het welbevinden van mensen! Mijn dank voor uw aandacht 16